Lief zijn!
Hier volgt een vrijwel woordelijke weergave van een toevallige ontmoeting in een supermarkt tussen een oude man met hoed (“Hoed”) en een man van middelbare leeftijd met een baard (“Baard”).
Baard staat aan de kopse kant van een van de schappen en Hoed komt aanrijden in zijn scootmobiel en remt nog net op tijd.
Baard: “Excuses, ik zag u niet aankomen.”
Hoed (lacht): “Ik had mijn knipperlicht uit.”
Baard: “Ik reed u in de wielen of ik stond u voor de voeten. Beide kloppen niet. Zullen we zeggen dat ik u voor de wielen stond?”
Hoed (lacht): “Laten we het daar maar op houden. Wat heeft u een mooie baard.”
Baard: “Dank u.”
Hoed: “Bent u lui?”
Baard: “Pardon?”
Hoed: “Bent u lui?”
Baard: “Dat vind ik zelf eigenlijk niet.” (kijkt Hoed vragend aan)
Hoed: “Ik bedoel of u te lui bent om zich te scheren.”
Baard (schiet in de lach): “Dat is wel een voordeel, maar ik heb een baard omdat in dat prettig vindt en mijn vrouw vindt mij met baard een stuk aantrekkelijker dan zonder.”
Hoed: “Dat lijkt mij een goede reden. Je moet altijd iets voor je familie doen. Ik heb zeven broers, waarvan er nog maar een in leven is. (wordt emotioneel) Mijn broer heeft in Nieuw Zeeland gewoond en is onlangs teruggekomen. Wij hebben ruzie, maar weten eigenlijk niet eens meer waarom. Hij gaat mij helpen met mijn geldzaken. Ik hoop dat wij dan weer wat dichter bij elkaar zullen komen.”
Baard: “Dat hoop ik ook.”
Hoed: “Het zou toch raar zijn als wij nog ruzie hebben als we dood gaan.”
Baard (kijkt Hoed indringend aan): “Het is toch ook raar als jullie nog in leven zijn?!”
Hoed (lacht): “U heeft helemaal gelijk. We moeten het oplossen. Dat gaat vast wel lukken. Ik moet gaan. Het is etenstijd en als ik niet op tijd ben krijg ik niets.”
Baard (lacht): “Dan zou ik maar opschieten. Eten is belangrijk!”
Hoed: “Mag ik u hartelijk danken voor dit gesprek?”
Baard: “Dat wilde ik net doen. U ook bedankt. Ik vind dit soort gesprekken fijn.”
Hoed: “Ik ook. Dit gebeurt bijna nooit. Ik neem afscheid van u, misschien wel voor het leven.”
Baard: “Dat denk ik niet. Ik denk dat wij elkaar over twintig jaar de hand schudden en herinneringen ophalen aan dit gesprek.”
Hoed rijdt lachend weg.
Moraal van dit verhaal: ieder mens heeft zijn of haar eigen verhaal. Om tot een fijn gesprek te komen is alleen wat tijd en aandacht nodig. Het kost niets en geeft veel troost. Het geeft voldoening en biedt een dierbare herinnering.
Doe ’s lief!